Externe Competitie

Onderstaande links brengen u naar de website van de KNSB/NHSB welke een uitgebreid overzicht geeft van de klasse waar de geselecteerde Uilen in spelen.


De Uil 1: Degradatie of handhaving?

Vrijdagavond (25 april) speelde ons vlaggenschip tegen ’t Saense Paard. Doordat concurrent Purmerend op dinsdag had verloren, zou winst genoeg zijn om Purmerend op bordpunten in te halen en de veilige plek 8 te bereiken. Om dit te bewerkstelligen werd er met een tactische opstelling gespeeld; Rik mocht op bord 1 blijven zitten, maar Dick en Theo werden voor de leeuwen gegooid zodat de rest van het team kon scoren. Voordeel van de tactische opstelling was dat deze ook tot wat hilariteit zorgde. Zoals het toeval soms wil speelde Peter (bord 7) tegen Jan-Bart Abcouwer, die juist lager was gaan spelen om niet weer tegen Peter te moeten. Maar daarover later, want ik bespreek de wedstrijd in chronologisch volgorde.

Ikzelf (bord 6) was als eerste klaar. Ik stond met zwart iets gedrukt, maar de stelling leek houdbaar. De tegenstander verbruikte meer en meer tijd, waardoor mijn optimisme toenam. En juist op dat moment, blunderde ik. Mijn plan Dd7-c6 zou een kwaliteit verliezen, dus toen maar Dd8 gespeeld. Maar dat verloor direct: na Pxd6 vloog de stelling uit elkaar omdat f7 niet meer te dekken was. De eerste stap richting degradatie was gezet…

Guus (bord 5) speelt momenteel niet alleen intern heel goed schaak, maar liet dit afgelopen vrijdag ook op locatie zien. Even leek het alsof Guus in de opening problemen zijn krijgen. Maar toen alle complicaties achter de rug waren, had de tegenstander juist problemen. De zwarte koning stond op e7, terwijl alle zwarte stukken nog op het bord stonden. Wit kwam met de dame en het paard de stelling binnen. Guus maakte geen fouten, voerde de druk verder op en won een mooie pot. ’t Saense Paard – de Uil: 1 – 1.

Dick (bord 2) had zijn huiswerk uitstekend gedaan. In de opening kreeg hij zijn voorbereiding op het bord en bezorgde hij zijn tegenstander (te) veel problemen. Zijn eigen koning stond al in veiligheid, terwijl hij de stelling via een pionoffer kon openen. Wit kreeg problemen op de damevleugel, op de a1-h8 diagonaal en in het centrum. Uiteindelijk koos wit eieren voor zijn geld en ging rokeren. Dick offerde een toren voor de witte loper op e3. De tegenstander viel met Pc4 diezelfde toren en de dame op a5 aan. Dick speelde helaas Dd8 ipv het sterkere Da6.
Na Pxe3 gaf Dick zijn loper voor de toren op a1. Materieel stond het weer gelijk, maar wit had nu de betere stukken. En dan met name het witte paard - een echte kwelgeest - het kwam nu de zwarte stelling binnen via g4 (aanval op h6 en f6). Uiteindelijk won wit een stuk. Toen zijn laatste troef (a-pion) verloren ging, gaf Dick op.

Bij Jan H. (bord 4) ging er iets mis in de opening. De tegenstander kwam tot f5 en uiteindelijk stond f7 3x aangevallen en maar 1x verdedigd. Ik haakte de wedstrijd af als verloren, want zwart had niet alleen een open koning, maar stond ook nog minimaal een pion achter. En waarschijnlijk zou er meer materiaal verloren gaan. Maar de tegenstander speelde niet de beste zetten, ruilde de dames en zodoende bleef Jan in de partij. Steeds meer stukken werden geruild en nog steeds was de stelling totaal verloren voor Jan. Uiteindelijk kwam er een loper & toren eindspel op het bord, waarin wit tussentijd 4 vs 1 pion had. Jan ging toveren, want plots had hij 2 pionnen teruggewonnen en met zijn toren wist hij de witte koning af te snijden van de koningsvleugel. Met Ld3 wist hij de e4-pion dubbel aan te vallen en daarmee te winnen.
De tegenstander kon het niet geloven, maar hij moest berusten in remise. Knappe comeback van Jan en daarmee was er nog een beetje hoop op een goede afloop.

Te meer Theo (bord 3) de aanwijzingen van de team-captain niet goed had begrepen. Hij zou in het teambelang opgeofferd worden tegen de 2e beste speler (rating 2150) van ’t Saense Paard. Maar in plaats van zijn hoofd in het schavot te leggen, besloot Theo goede zetjes te doen. Des te langer de partij duurde, des te beter werd de stelling van Theo. Hoe hij het precies deed, blijft zijn geheim want ik heb het gemist. Maar uiteindelijk won Theo een uitstekende aanvalspartij. Chapeau! En daarmee werd handhaving weer een echte optie.

Tussenstand ’t Saense Paard – de Uil: 2½ – 2½. Er speelden nog Peter (bord 7), Rudolf (bord 8) en Rik (bord 1) en in alle partijen kon het nog alle kanten op.

In de partij van Rudolf moest wit het hebben van spel op de damesvleugel, terwijl zwart een pionnenstorm op de koningsvleugel startte. De aanval van Rudolf leek kansrijk. Via een stukoffer kon hij de witte koningsstelling openen. Beide spelers hadden nog maar enkele minuten op de klok en dan is aanval meestal makkelijker dan verdedigen. Maar de tegenstander manoeuvreerde zijn koning handig naar het veiligere midden, een plek waar de stukken konden helpen. Rudolf betrok al zijn stukken bij de aanval, maar wit verdedigde zich vernuftig. Of er wel/niet een voordeel in zat voor Rudolf zal de computer thuis hebben uitgerekend. Ik zag het niet, maar belangrijker Rudolf zag het helaas ook niet. Toen het grootste gevaar geweken was, ging wit in de tegenaanval. Die bleek uiteindelijk doorslaggevend met een nederlaag voor ons als gevolg.

Peter (bord 7) dus tegen Jan-Bart Abcouwer. Beide heren hadden al in de KNSB-competitie tegen elkaar gespeeld. Toen verloor Peter, maar niet voordat hij zijn tegenstander compleet had overspeeld (dame voor). Wie zou het psychologische overwicht hebben?
Peter kwam in het middenspel een pion achter en eigenlijk had de tegenstander de actievere stukken. Maar toen begon de vluggerfase met beide spelers onder de 2 minuten. Peter was duidelijk de betere, want hij wist via f4-f5 de koning van tegenstander in de problemen te brengen. Uiteindelijk kwam de volgende stelling op het bord. Peter was aan zet, dus kat in het bakje: Td8+ Dxd8 en Dxf7#.
En hier wilde ik graag over Rik schrijven, echter Peter zag zijn eigen mat niet. Hij had wel het zwarte mat in 4 gespot (Dh2+, Kxh2 Txg2+, Kh1 Th2, Kg1 Tcg2#) en verdedigde zich daartegen met Tf1-f4. Het partijverloop kenterde, want zwart kon het witte gevaar nu neutraliseren via Tc2-c1. Er werden nog 10-20 zetjes gevluggerd, maar om te winnen moest Peter nog meer risico nemen. Het balletje viel de verkeerde kant op, helaas een 0 ipv van 1. Schaken kan soms hard zijn.

Daarmee kwam de tussenstand op ’t Saense Paard – de Uil: 4½ – 2½ en was degradatie een feit. De wedstrijd Rik tegen IM Manuel Bosboom (inmiddels ook in de vluggerfase aangekomen) deed er niet meer toe. Maar de partij was te mooi en spannend om hier niet te bespreken. Rik leek in het vroege middenspel een pionnetje te offeren, tenminste ik zag niet hoe hij c4 zou verdedigen. Zwart pakte het niet, dus het zal wel niet goed zijn geweest. Rik kreeg meer en meer druk op de zwarte stelling en sloeg een remiseaanbod af! Uiteindelijk gaf Rik 2 stukken voor een toren en een gevaarlijk pion. De stelling was nog steeds iets beter voor wit. Toen de tijd krapper werd, had Manuel een listig trucje ingebouwd. Met Pd7-f8 dekte hij niet alleen zijn g6 pion, maar won hij tevens een kwaliteit. Echter had Rik nog steeds heel gevaarlijke pionnen, een actieve dame en een redelijk open zwarte koning. Genoeg voor remise, was het oordeel van beide spelers achteraf. Maar het noodlot sloeg toe en Rik overzag dat zwart zijn toren kon activeren. Het eindspel was plots verloren, Rik probeerde nog van alles maar Manuel maakte geen fouten meer en kon zich zelfs nog een loperoffer permitteren aangezien de a-pion zou promoveren. Voor een video rapportage van dit boeiende eindspel verwijs ik de lezer naar de instagram-pagina van de uil: https://www.instagram.com/schaakclub_de_uil_hillegom/

Daarmee kwam de einduitslag uit op ’t Saense Paard – de Uil: 5½ – 2½

Zoals wel vaker dit seizoen zat ook hier iets meer in. Het mocht niet zo zijn. We hebben ons goed geweerd en hopelijk kijkt iedereen uit het team toch op een gezellig seizoen terug. Rik werd topscorer van ons team met 5 uit 8 en een TPR van maar liefst 2312(!). Ook benoemingswaardig is de score van Theo: als invaller haalde hij een geweldige 2½ uit 3 met een TPR van 2198.

We feliciteren Caïssa-Eenhoorn met het kampioenschap en doen voor nu eventjes een stapje terug.

Stefan Lehmann


Weer net niet

Donderdagavond (27 maart) maakten zich de spelers van ons eerste op naar Beverwijk om het tegen het eerste van Wijker Toren op te nemen. Vooraf was het een beetje puzzelen, want helaas waren Rik, Ko en Jan V. verhinderd. Gelukkig waren Theo en Martin Z. bereid om in te vallen.

Jan H. (bord 2) was als eerste klaar. Jan stond de gehele partij onder druk en moest de rokade (te?) lang uitstellen. Uiteindelijk kwam er een toreneindspel met een pion minder op te bord. Dat is vaak genoeg voor remise, maar helaas waren de pionnen niet eerlijk over het speelveld verdeeld. Zo had wit 2 verbonden vrijpionnen en Jan had zijn eigen meerderheid (4 vs 3) op de koningsvleugel. Dit eindspel eindigde dus uiteindelijk in een nederlaag voor Jan. Wijker Toren – de Uil: 1 – 0.

Theo (bord 8) kwam in de opening en het middenspel passief tot moeilijk te staan. Maar hij wist af te wikkelen naar een remiseachtig eindspel. Na nog wat zetje over en weer werden de punten gedeeld en kwam de tussenuit op 1½ – ½ in ons nadeel uit.

Guus (bord 4) kwam in het middenspel een pion achter, maar had een ver opgerukte pion. Toen de tegenstander Pd5 speelde, verrekende Guus zich. Hij dacht met een tussenzet zijn pion nog verder te activeren door deze op c2 te zetten. Dat de tegenstander een ongedekte loper op e7 kon slaan en dit tevens schaak was, zou geen probleem zijn geweest. Ware het niet dat na Kf8 en 1x torenruil wit gewoon weer het paard van e7 terug naar d5 kon spelen en daarmee alle trucjes van zwart waren afgeweerd. Helaas een nul en dus een achterstand van 2½ – ½.

Bij afwezigheid van Rik, ging ikzelf maar achter het eerste zitten. Het werd en leuke, originele en chaotische partij. Zo heb ik in het fragment mijn dame naar g2 gebracht. Helaas was uiteindelijk de tegenstander toch sterker in het middenspel. Met d5-d4 speelde hij het veld d5 voor zijn stukken vrij. Daar reageerde ik niet juist op en 10 zetten later kon ik opgeven. De kans op matchpunt(en) leek voorbij: 3½ – ½.

Martin speelde met de witte stukken op het 7e bord. Hij leek eerst helemaal verdrukt te worden door de oprukkende zwarte pionnen op de koningsvleugel. Maar gedegen kon Martin de dames ruilen en plots veranderde de zwarte pion op e3 van een sterkte in een zwakte. Na wat manoeuvreren kon Martin die pion winnen. Vervolgens kon hij zijn stukken activeren en won hij nog 1 á 2 pionnen voordat zijn tegenstander op gaf. 3½ – 1½.

De comeback was ingezet. Zeker aangezien Dick (bord 5) ook een hele goede stelling had. Het loperpaar en een actieve dame leken het de zwarte koning moeilijk te maken. Tel daarbij op dat er ook nog 2 torens waren om de aanval eventueel te versterken en dan was de winst eigenlijk al binnen. Tenminste in mijn hoofd. Op het bord kwam het anders. De dames werden geruild en Dick kwam passiever te staan. Maar toen maakte de tegenstander een fout: paard en toren werden door dezelfde pion gedekt. Dick had TxP kunnen spelen → stukwinst. Maar helaas, Dick miste deze kans en moest uiteindelijk berusten in remise. Daarmee kwam de tussenstand op 4 – 2 voor Wijker Toren. Het hoogst haalbare werd gehalveerd tot 1 matchpunt.

Peter P. (bord 6) sloeg halverwege de avond een remiseaanbod af. Toen was de stelling ongeveer gelijk, maar er zat nog meer dan genoeg spel in de stelling. Rond 11 uur stond Peter door de actievere stukken beter. Beide spelers hadden 3 pionnen op de koningsvleugel en 2 pionnen op de damesvleugel en tevens een dame en een toren. Peter had een paard waar wit een loper had. Weer werd zetherhaling uit de weg gegaan, en in beiderzijdse tijdnood (minder dan 5 minuten elk) gaf Peter met Te4-g4 zijn voordeel uit handen waar Te3 heel kansrijk was geweest. Uiteindelijk kwam het noodlot nog om de hoek, want Peter ging door zijn vlag.

Kort daarna was ook Rudolf (bord 3) klaar. Het was eigenlijk al een uur klaar in mijn ogen, remise was onvermijdelijk. Maar laat ik bij het begin beginnen. Waar ik Dg2 op het bord wist te toveren, had Rudolf zijn dame in het vroege middelspel naar h2 gespeeld om zijn koning gezelschap te houden. Geen aanvallende intenties, maar puur verdedigend. Rudolf had wel meer ruimte op de damesvleugel maar de tegenstander bouwde druk op de koningsvleugel op. De zwarte torens gingen naar de e-lijn, Rudolf verdedigde met Td4 en dus de dame op h2.
Er ontstond een impasse met de witte torens op f4 + d4 en met een zwarte torens op e4 en de andere ergens op de e-lijn. Geen van beide spelers leek voorderingen te kunnen maken. Tot Rudolf plots besloot op e4 te slaan. De pionnenstructuur veranderde en er leek een verloren pionneneindspel te ontstaan. Maar net toen Peter door zijn vlag ging, won Rudolf plots. De opties: tegenstander moet zich hebben verrekend, of Rudolf is een eindspelvirtuoos. Beide kan natuurlijk ook. Het bordpunt nemen we graag mee.

Daarmee kwam de einduitslag op 5 – 3, helaas in het voordeel van de thuisclub Wijker Toren.
Weer helaas net niet genoeg voor een matchpunt. Nog 1 ronde te gaan; handhaving wordt moeilijk maar is gelukkig ook nog mogelijk.

Stefan Lehmann


Uil 1 weet niet te verrassen.

Op 17 maart jongstleden kwam het eerste team van Bloemendaal op bezoek. Zoals al het gehele seizoen, geen makkelijke wedstrijd voor de Uil 1. Met goed spel en wat geluk is er altijd een kans op een goed resultaat. Maar helaas, deze avond zat een matchpunt er op geen enkel ogenblik echt in.

Aan Rik (bord 1) lag het niet. Hij mocht het opnemen tegen een teamgenoot van hem bij HWP. Langzamerhand nam hij halverwege de wedstrijd het initiatief over en kwam beter te staan. Het leverde eerst een pionwinst op en kort daarna zelfs een kwaliteitswinst. Dat was meer dan genoeg voor het volle punt; 1 – 0.

Bij Peter (bord 2) en Stefan (bord 3) gebeurde er iets grappigs aan het begin. Op beide borden ontstond dezelfde opening, maar beide Uilen hadden - verdiept in hun eigen stelling - dit niet door. Toen Stefan op zet 3 afweek van de andere partij, konden de spelers van Bloemendaal eindelijk hun onderdrukte lach de ruimte geven.

Peter stuurde zijn dame vroeg in de partij het centrum in. Echter werd deze gelijk door de zwarte stukken onder vuur genomen. Dit leverde een ontwikkelingsachterstand op, die Peter niet meer te boven kwam. Uiteindelijk kostte het een pion en de torens van de tegenstander stonden in het eindspel actiever; 0 – 1.

Stefan accepteerde de aangeboden pion, maar moest zich de gehele wedstrijd verdedigen. Dat lukte, de aanval van de tegenstander leek niet door te slaan. Zwart stond met alle stukken passief, maar wist alles te verdedigen en stond nog steeds een pion voor. Op de handen zitten en niks doen, was waarschijnlijk genoeg geweest voor remise aangezien wit zijn stelling niet meer kon verbeteren. Maar ik wilde meer en speelde g6-g5. Dat zorgde niet voor het gewenste tegenspel, maar had juist meer velden verzwakt. Tien zetten later stond ik mat; 0 – 1.

Rudolf (bord 4) kwam in een middenspel met dame, beide torens en nog een licht stuk terecht, waarin de tegenstander druk op c3 uitoefende. Uiteindelijk besloot Rudolf om c3-c4 te spelen. Maar de pion werd gepend en ging uiteindelijk verloren. Niet veel later ging ook de a-pion verloren en het zag er hopeloos uit. Maar Rudolf geeft niet gauw op en speelde op activiteit en aanvalskansjes op de koningsvleugel. Helaas trapte de tegenstander nergens in en moest Rudolf zich toch gewonnen geven; 0 – 1.

Op het 5e bord bezorgde Guus ons het 2e bordpunt van de avond. Lange tijd zag de partij er gelijk opgaand uit. Guus vond het betere plan en kon afwikkelen naar een gewonnen eindspel; 1 – 0.

Ik vond Jan H. (bord 6) steeds een beetje beter staan. Beide spelers kozen voor de lange rokade aangezien er op de koningsvleugel een chaos was ontstaan. Maar het leek mij dat Jan met de loper op g2 het beste stuk had. Zeker toen het centrum werd geopend. Maar schijn bedroog, want juist de opening van het centrum zorgde ervoor dat de zwarte torens actief konden worden. Dit werd Jan fataal; 0 – 1.

Dick (bord 7) leek even in de opening / vroege middenspel zijn h7 te verliezen. Tenminste dat dacht ik, maar blijkbaar kon het niet of wilde zijn tegenstander het niet. De tegenstander rokeerde lang en ook Dick bracht zijn koning langzaam (en zonder rokade) naar de damevleugel. Soms leek het alsof Dick eindelijk onder de druk uit kwam en het initiatief over kon nemen, maar uiteindelijk wist wit het heft altijd in handen te houden. Het einde van de partij was – op het resultaat na – wel heel mooi. In onderstaande stelling heeft wit net Kc1-d2 gespeeld en daarmee Dick in Zugzwang gebracht. De koning kan geen zet doen. Als de loper een zet doet, gaat zwart mat op b7. De enige torenzet verliest een stuk: Ta7, Txa7 Kxa7, Pxc8. Aangezien Dick al de gehele partij nog geen zet met de toren op a8 had gedaan, liet zich mat zetten; 0 – 1.

Ko (bord 8) kwam in een voor hem bekende stelling terecht. Even leek het alsof de tegenstander op de koningsvleugel wilde aanvallen (na Kh8 leek f7-f5 mij gevaarlijk), maar daar zag hij uiteindelijk van af. Daardoor kon Ko zijn eigen aanval opzetten. Ko kreeg een sterke pion op d5, maar des te langer de wedstrijd duurde des te meer werd juist deze pion tot een zwakte die verdedigd moest worden. Toen er een 2e zwakte bij kwam, was het pleit beslecht; 0 – 1.

De einduitslag werd uiteindelijk 2 – 6 in het voordeel van Bloemendaal. Daarmee blijft het eerste team op 2 matchpunten op plek 9 in de tabel steken. Er zijn nog 2 wedstrijden te gaan dit seizoen. De achterstand op de veilige plek 8 is op dit moment 2 matchpunten. Handhaving zal weliswaar moeilijk worden, maar is zeker nog mogelijk.

De Uil 1 (gem. 2022)   Bloemendaal 1 (gem. 2088)  
Rik van Rootselaar (2299) - Richard Duijn (2181) 1 - 0
Peter Pijpers (2066) - Laurens Schilstra (2185) 0 - 1
Stefan Lehmann (2042) - Benjamin Go (2131) 0 - 1
Rudolf Kat (1968) - Rob Duijn (2178) 0 - 1
Guus van Dijk (1973)   Rene Bakker (1997) 1 - 0
Jan Havenaar (2006) - Dick de Graag (2096) 0 - 1
Dick Roosa (1917) - Roy Schimmel (1904) 0 - 1
Ko  van Rootselaar - Jan Bakker (2031) 0 - 1

Stefan Lehmann


De Uil houdt zicht op handhaving

De wedstrijd uit tegen Krommenie was een echte degradatiekraker. Beide teams stonden onderaan in de topklasse van de NHSB met 0 matchpunten uit 5 wedstrijden. Om überhaupt zicht te houden op handhaving moest er dus gewonnen worden.
En Theo (bord 7 en last-minute invaller voor Jan V.) startte voortvarend. De tegenstander speelde vooral met zijn paard, Theo zette een aanval via de f-lijn op de nog ongerokeerde koning op. Mat kon nog even uitgesteld worden, maar het kostte wel een vol stuk en na minder dan een uur was het eerste punt binnen.
Niet veel later speelde kregen Stefan (bord 2 + schrijver) en Dick (bord 5) een remiseaanbod. Dick mocht doorspelen en deed dat ook. Ikzelf wachtte ik nog even 20 minuten met het aannemen. De stelling was solide, maar zeker niet beter voor mezelf. Uiteindelijk maakte ik de inschatting dat het team beter stond en nam het remiseaanbod dus uiteindelijk maar aan.

Tussenstand: Krommenie - De Uil: ½ – 1½

In het daaropvolgende uur kantelde de wedstrijd ten ongunste van ons:
Jan H. (bord 6) verloor onnodig zijn f-pion en mocht vechten voor remise ipv voor de winst. Rudolf (bord 4) verloor een pion op de damesvleugel, maar kon met actief spel druk op de stelling houden. Maar ook hij stond nu zeker niet meer beter. Peter (bord 3) stond een kwaliteit en 1 a 2 pionnen achter en moest het van semi-aanvalskansen hebben. Ook geen prettige stelling meer, terwijl het eerder op de avond nog kansrijk leek.
Ko (bord 8), Dick en Rik (bord 1) wisten wel mijn inschatting vast te houden. Rik zou wel winnen, de kleine voordeeltjes werden talrijker. Dick had een licht voordeel, risicoloos spel en wellicht uit te bouwen tot meer. Ko stond al gedrukt en min of meer op verlies toen ik remise aannam en de stelling werd (helaas) niet beter des te later het op de avond werd.

Had ik dus toch te snel remise aangenomen? Gelukkig kwam er toen snel goed nieuws binnen. Rudolf kreeg remise aangeboden en ook Jan wist naar een eindspel met paard en ongelijke lopers af te wikkelen. Weliswaar nog met een pion minder, maar genoeg om de tegenstander tot een remiseaanbod te verleiden. Twee meevallers en dus een tussenstand van 1½ – 2½ in ons voordeel.
Rik won een goed gespeelde partij. Goed positiespel en de eerste verzwakking (een geïsoleerde e-pion) zorgde voor passieve stukken bij de tegenstander. Daar wist Rik overtuigend van te profiteren. Eerst 1 pion en toen nog 2e en even later maakte hij het met het schijnoffer Txe5 vakkundig af.
Dick moest uiteindelijk berusten in remise, een eindspel met dame en 4 pionnen elk was niet te winnen. Daarmee was het eerste matchpunten binnen: 2 – 4.

Heel even had ik hoop bij Ko: toen de tegenstander zijn f6 pion op gaf, voor druk op de h- en g-lijn. Zo “goed” zag het er al een tijdje niet meer uit. Maar helaas had de tegenstander het winnende plan gezien en Pg6 kostte een kwaliteit met aanhoudende aanval. En 2 zetten later was de nul een feit.
Alleen Peter speelde nog. Een remise zou genoeg zijn voor de 2 matchpunten, maar het zag er niet goed uit. De tegenstander speelde met dame en 2 torens tegen D + T + L van Peter en de koning van Peter stond op de tocht.

De hoop kwam terug met de counter Lg4 (fragment links, aanval op de schaak gevende dame en tegelijkertijd stond een zwarte toren aangevallen). In tijdnood zag ik kansen voor Peter, maar na Lg4 volgde Tf3, Kh4 De7, Tg5. Deze stelling (fragment rechts) is verloren voor wit als zwart Tf5 vindt. Dan rest er een verloren eindspel na Dxg7 of een zeer moeilijke stelling na Dxg1 Dxg5, Kg3 Df4, Kh3 Th6. Maar Peter had het geluk aan zijn zijde, want de tegenstander blunderde met Th3 (??). Na Kxh3 Dxg5 en Dxg1 stond Peter plots een stuk voor en maakte het koelbloedig af.

Daarmee werd de eindstand Krommenie 1 – De Uil 1: 3 – 5

Met de winst houdt het eerste team zicht op handhaving in de topklasse. Concurrent ’t Saense Paard heeft op dit moment 4 matchpunten (eveneens uit 6 wedstrijden) en met de onderlinge wedstrijd nog voor de boeg is alles nog mogelijk. Ook Purmerend heeft pas 4 matchpunten, maar heeft op dit moment pas 5 wedstrijden gespeeld.

Alles – op de titel na dan - is dus nog mogelijk dit seizoen.

Stefan Lehmann


Bijna ging het goed

Afgelopen maandag speelde ons vlaggenschip thuis tegen het eerste team van Purmerend. Vooraf hadden we ons redelijke kansen toegedicht, aangezien er op de staartborden wellicht iets te halen viel. Echter bleek achteraf dat Purmerend met een versterkt team kwam opdagen, zelfs uit “mein Heimat” werden 2 spelers met de auto “ingevlogen”.
Het resultaat: 4 spelers van boven de 2200 en een gemiddeld teamrating van 2124. Dus uiteindelijk waren we de underdog, maar het werd alsnog een spannende teamwedstrijd.

Rik speelde op bord 1 met zwart tegen Katharina Ricken - uit Duitsland overgekomen voor deze wedstrijd – een solide korte partij. Na rond 1,5 uur werd er in een gelijke stelling remise overeengekomen.

Guus (bord 8) had een klein voordeeltje opgebouwd maar het midden-/eindspel leek mij remise-achtig. Maar plots blunderde de tegenstander en won Guus. Een meevaller en we stonden voor: 1½ – ½.

Peter (bord 5) offerde met zwart vrij vroeg zijn d-pion voor het loperpaar en activiteit.
Hij kon druk opbouwen, had een mooie stelling. Ik dacht: perfecte stelling voor Peter, tegen een even sterke tegenstander gaat hij dit winnen. Niet wetende dat Michiel Coenen – ook ingevlogen - een rating van 2300 heeft. Soms is onwetendheid een zegen….
Een paar kleinere onnauwkeurigheden (en het niet terugwinnen van de pion) en tijdnood zorgden er uiteindelijk voor dat de tegenstander meer en meer stukken kon ruilen, de aanval ophield en de witte d-pion besliste de partij. Daarmee stond het weer gelijk.

Jan H. (bord 6) speelde een hele goede partij met de witte stukken. Hij had een - in mijn ogen - groot voordeel opgebouwd, zie stelling. Stiekem telde ik het punt al, dit was aan Jan besteed. Zwakke pion op d6, zwarte koning kan in de problemen komen, zwakke zwarte zwartveldige loper. Maar helaas, uiteindelijk wist Jan niet door te drukken en uiteindelijk werden de zetten herhaald. Stand: 2 – 2.

Jan V. speelde met zwart op bord het derde bord. Eigenlijk werd hij weggespeeld. Het gepende paard op f6 en de koningsvleugel in het algemeen werd vakkundige door de tegenstander belaagd. Dit kostte Jan uiteindelijk een kwaliteit. Toen de tegenstander met de toren en dame op de b-lijn dreigde binnen te komen, gaf ik geen stuiver meer voor de stelling. Maar plots, bijna uit het niets, werd het toch remise. Jan wist de witte toren van de b-lijn naar d3 te lokken (hoe?), en kon met zijn dame via de e-lijn binnendringen. Om dat te voorkomen speelde de tegenstander de koning naar de f-lijn, waarop Jan met Dh3 via de koningsvleugel probeerde binnen te komen. Via Kg1 en De6 werden de zetten herhaald en was een onverwacht maar zeer welkom halfje binnen. Knap gevochten en nooit opgegeven.

Rudolf moest het op het 4e bord opnemen tegen Pieter Hopman, een andere 2300 speler. Mijn notities in chronologische volgorde. (21:00): Ongeveer gelijk: ieder 2 toren, 1 paard, ongelijke lopers en 5 pionnen. (22:00): 4 pionnen elk, 1 toren en ongelijke lopers. Ongeveer gelijk al komt de tegenstander helaas iets actiever te staan. (22:30): oei, dat kost een pionnetje. Of dat te houden is? Zal moeilijk worden.
En dat bleek. De tegenstander speelde het gedecideerd uit: de verbonden centrumpionnen rukten op en het was niet meer tegen te houden. Dus helaas een 0. En daarmee kwamen we voor het eerst op achterstand: 2½ – 3½.

Dick (bord 7) speelde actief en koos voor tegenovergestelde rokades. Dick gooide zijn pionnen op de koningsvleugel naar voren en offerde een stuk voor 2 pionnen. De aanval zag er gevaarlijk uit, maar viel uiteindelijk stil. Toen nam de tegenstander het heft in handen en kwam Dick moeilijk tot verloren te staan. Blijkbaar overzagen beide spelers een mat-in-1: Dick vergat het te verdedigen, maar gelukkig wist de tegenstander niet dat hij mat-in-1 dreigde. De partij ging door. In het eindspel had Dick een mooie tussenzet, die zijn tegenstander materiaal kostte. Niet genoeg om plots te winnen, maar dat was ook te veel van het goede geweest. Een mooie remise, dat hardnekkig werd binnengehaald door de wil te hebben om maar niet te willen opgeven.

Zelf speelde ik op bord 2 tegen Barry Brink. De opening, normaal niet mijn sterkste punt, ging eens goed. Mijn tegenstander speelde een vroeg g5, dat ik goed counterde. Uiteindelijk stond de zwarte koning lange tijd in het midden en had ik druk op de stelling. Dit leverde een mooi tijdvoordeel op. In het middenspel offerde ik een pion (niet goed en niet nodig) en kwam ik moeilijker te staan (-3). Actief spel van mijn kant en tijdnood bij mijn tegenstander zorgden ervoor dat er een gelijkwaardig dame-eindspel kwam, zie stelling. Tenminste, gelijk voor 1 zet. Na Kd7 houdt Db8 remise, al is het moeilijk. Ik speelde Dg7 om hxg5 te spelen en dat is gelijk weer -4. Een paar zetten later speelde ik a4-a5 (fragment 2) en kon zwart met Dxe5 de dames ruilen. Dan haal ik weliswaar eerder een dame, maar de 2 centrumpionnen winnen de partij.
Mijn tegenstander speelde echter De1 (een blunder, hij dacht schaak te geven en tijd te winnen door de zetten even te herhalen alvorens op e5 te slaan), waarna er na a5-a6 niks anders op zat dan met Dh4-De1 eeuwigschaak te forceren. Ook aan dit bord dus een (in de eindstelling onverdiende) remise na hard knokken.

Maar helaas net niet genoeg voor een matchpunt. De einduitslag: 3½ – 4½.
Maar gezien het ratingverschil gemiddeld 125 punten per bord bedroeg, hebben we een knap resultaat neergezet. Harde realiteit is echter dat we steeds met lege handen staan.

Het wedstrijdverslag uit zicht van Purmerend is hier te lezen: https://www.schaakclubpurmerend.nl/bijna-ging-het-mis/

Stefan Lehmann


De Uil 1 ‘ontsnapt’ aan eerste punten

Het vlaggenschip mocht na de promotie vorig seizoen, dit seizoen aan de topklasse van de NHSB meedoen. De eerste drie wedstrijden van het seizoen gingen met grote cijfers verloren: 2 – 6, 2½ – 5½, 2 – 6. In de 4e wedstrijd mocht de Uil 1 het in Haarlem opnemen tegen HWP 1. Op papier een nipt sterkere tegenstander, maar een wedstrijd waarin we zeker kansen zouden kunnen hebben. En dat bleek.

Ko won na een mooie aanval. Op de koningsvleugel zorgden paard, loper en de dame voor druk en uiteindelijk voor genoeg verzwakkingen. Ko maakte het met een kleine combinatie af.

Zelf won ik, Stefan, na eveneens een leuke aanvalspartij, zie fragment links. Ik heb net Pf5 gespeeld (1 zet eerder was het nog sterker geweest, zonder d3-d4 en Te8-h8). In de partij volgde gxf5, exf5 Txh1 (blunder, Tag8 of Pxg5 zijn beter), f6+ Kf8, Txh1 Ke8, Th8+ (fragment recht) Pf8, Dh7 gaf mijn tegenstander op. De dreiging is Txf8 gevolgd door Dh8#. Rik gaf terecht aan dat Txf8 ipv Dh7 nog beter was geweest. Gelukkig was dit ook meer dan goed genoeg.

Rik won op bord 1. Relatief snel werd een stelling zonder dames bereikt, waarin Rik druk kon opbouwen met de actievere lichte stukken. Dit voordeeltje werd omgezet in een beter dubbel toreneindspel. Hoe dat precies gewonnen werd heb ik helaas gemist. Maar desalniettemin:3x wit en 3x winst. De wedstrijd leek de goede kant op te vallen.

Peter stond redelijk, Guus stond beter. Rudolf had een actieve stelling, Jan H. stond mijns inziens verloren of in elk geval onder druk. Dick speelde in teambelang met zwart op bord 2, stond onder druk. De wedstrijd zou zomaar 4½ – 3½ of 5 – 3 voor ons kunnen eindigen. Maar helaas, we wisten – bijna vakkundig – aan de eerste puntenwinst te ‘ontsnappen’.

Jan verloor uiteindelijk. Zijn koning stond op de tocht en de aanval op de blootstaande koning was niet te verdedigen. Hoewel Jan na afloop zei zelfs beter te hebben gestaan. Helaas, de eerste 0 was binnen.

Peter blunderde ergens in het middenspel, heb ik helaas/gelukkig gemist. Daarmee kwam de tussenstand op 3 – 2, nog steeds in ons voordeel.

Guus had een machtig mooie stelling opgebouwd met meer ruimte en de actievere stukken. Maar hij wist zich niet te belonen en moest uiteindelijk in remise berusten. De 2e tegenvaller, maar het zou nog erger komen.

Rudolf offerde onnodig of tenminste te vroeg een kwaliteit. De aanval sloeg ondanks verwoede pogingen niet door. Uiteindelijk moest Rudolf zijn meerdere erkennen toen zijn tegenstander al zijn stukken had ontwikkeld en zelf de aanval kon inzetten.

Als laatste was Dick bezig. In het teambelang speelde hij met zwart op bord 2. Lange tijd stond hij onder druk, maar hield stand. In beiderzijdse tijdnood werd de stelling steeds iets slechter en uiteindelijk verloor Dick helaas een toren door een gemiste vork.

Hierdoor werd de einduitslag 4½ – 3½ voor HWP en blijven we op 0 nul steken.

Maar we hebben nu 4 teams uit de top 5 gehad. De eerste matchpunten zullen hopelijk gauw volgen. Volgende kans: 6 jan 2025, thuis tegen Purmerend.

Stefan Lehmann